Jaarstukken 2016

Kader

De accountant geeft zowel een oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening als ook over de financiële rechtmatigheid (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden). Bij de financiële rechtmatigheid gaat het onder andere om de begrotingsrechtsmatigheid: handelen we binnen de begroting zoals de gemeenteraad die heeft vastgesteld? Daarbij wordt niet alleen gekeken of de werkelijke lasten hoger zijn dan begroot, maar ook of de lasten aan het juiste begrotingsjaar en aan het juiste programma zijn toegerekend.

In de Kadernota rechtmatigheid is bepaald dat het overschrijden van de begroting (op programmaniveau) en van investeringen altijd onrechtmatig is, maar niet in alle gevallen hoeft te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Dit laatste is het geval als:
• kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten;
• kostenoverschrijdingen passen binnen het beleid;
• kostenoverschrijdingen het gevolg zijn van openeinderegelingen.

Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en zijn door de gemeenteraad nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting, via de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (Financiële verordening) en het controleprotocol 2014-2017.

In artikel 5, lid 5 en 6 van de 'Financiële verordening 2015' van de gemeente Best, is bepaald dat het college zonder voorafgaande autorisatie door de gemeenteraad verplichtingen aan kan gaan voor incidentele lasten van maximaal € 100.000 en maximaal € 50.000 bij structurele exploitatielasten.

In het 'Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekeningen 2014 tot en met 2017 gemeente Best', vastgesteld door de gemeenteraad op 15 december 2014 en ook door de gemeenteraad op 19 december 2016 ongewijzigd van toepassing verklaard voor boekjaar 2016, is onder artikel 2.1 met betrekking tot het begrotingscriterium het volgende opgenomen:

De begrotingsoverschrijdingen van de lasten worden door de accountant niet gekwalificeerd als onrechtmatig (ondanks de formele onrechtmatigheid) en hebben dus geen invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant, indien er sprake is van:
1. Begrotingsoverschrijdingen van producten, die worden beoordeeld op programmaniveau.
Wanneer de begroting op programmaniveau geautoriseerd is, hebben overschrijdingen op productniveau geen gevolgen voor het oordeel van de accountant. Op het niveau van de productenraming kunnen dan door het college een soort neutrale begrotingsbijstellingen worden vastgesteld.
2. Begrotingsoverschrijdingen, die kleiner zijn dan € 50.000 of kleiner dan 3% van een programma van de begroting (= hoofdstuk) met een lastentotaal kleiner dan € 1.667.000.
3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van autonome ontwikkelingen.
4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verplichte uitgaven.
5. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van calamiteiten.
Onder het begrip calamiteiten wordt verstaan: een extreme situatie met directe of indirecte gevolgen voor de gemeente Best. Voorbeelden zijn natuurrampen, oorlogsdreiging, branden, ernstige verkeersongelukken met gevaarlijke stoffen, treinongelukken enzovoort.
6. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van volledig onvoorziene situaties.
Onder het begrip volledig onvoorziene situaties worden voorvallen verstaan, die niet in de begroting zijn opgenomen en redelijkerwijs ook niet opgenomen hadden kunnen worden.
7. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van openeinderegelingen.
8. Begrotingsoverschrijdingen waarbij de hogere kosten gedekt worden door hogere opbrengsten en waarbij tussen kosten en opbrengsten een direct verband bestaat.
9. Begrotingsoverschrijdingen, die zijn goedgekeurd door de raad tussen 1 januari 2017 en de datum van vaststelling van de jaarrekening 2016.

Alle andere begrotingsoverschrijdingen van de lasten zijn onrechtmatig en hebben dus invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.
Een duidelijke toelichting op eventuele begrotingsoverschrijdingen in de jaarrekening is van groot belang om het onderscheid in de kwalificatie rechtmatig en onrechtmatig handelen op basis van het begrotingscriterium en de invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant helder te krijgen.

Analyse 2016
Hierna schenken we aandacht aan de begrotingsrechtsmatigheid bij de programma's (resultaatgebieden) en daarna aan de rechtmatigheid bij investeringen.

Programma's
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de programma's waarbij de werkelijke lasten hoger zijn dan de geraamde lasten.

LASTEN

Gewijzigde

Realisatie

Verschil

Omschrijving

begroting 2016

2016

2016

1.1 Bestuur

3.730

4.129

399

3.1 Verkeer / Parkeren

866

1.012

146

4.1 Economische zaken

1.198

1.242

44

5.1 Jeugd en Onderwijs

9.041

10.217

1.176

9.1 Milieu

4.121

4.212

91

9.2 Riolering / ondergrondse infrastructuur

2.196

2.278

82

10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling

6.271

10.399

4.128

10.2 Omgevingsrecht

1.538

1.572

34

1.1 Bestuur
De overschrijding wordt veroorzaakt door een noodzakelijke storting in de voorziening 'uitkeringsverplichtingen voormalig personeel'. Deze voorziening moet gevormd worden voor wachtgelden van wethouders. Uit de actuariële berekeningen van de (gewezen) wethouders blijkt dat de voorziening aangevuld moet worden met een bedrag van € 332.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de rekenrente is aangepast. Ook is er pensioen gestort in deze voorziening (€ 71.000) als gevolg van waardeoverdracht. Hier staan baten tegenover.

3.1 Verkeer / Parkeren
De overschrijding wordt veroorzaakt door hogere uitgaven voor het project Rotonde Ringweg-Brem-De Gagel (€ 152.000). Hier staan hogere ontvangen subsidies tegenover van € 313.000.

4.1 Economische zaken
De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt omdat diverse verspreide panden (zoals Aarleseweg 3 en Batalaan 12) niet meer verantwoord mogen worden binnen de grondexploitaties. Hier staan boekwinsten van enkele verkopen van verspreide panden tegenover (€ 43.000) die verantwoord zijn in programma 11)

5.1 Jeugd en Onderwijs

De overschrijding wordt veroorzaakt door overschrijdingen van de uitgaven met betrekking tot het sociaal domein, onderdeel jeugd. Ook heeft er in 2016 nog afrekening plaatsgevonden over 2015. Hierbij is er sprake van een zogenaamde openeinderegeling.

9.1 Milieu
De overschrijding wordt veroorzaakt door hogere lasten afvalverwijdering en –verwerking en hogere lasten met betrekking tot de algemene begraafplaats. Hier staan hogere opbrengsten van de inzamelvergoeding afval (€ 100.000) en hogere opbrengsten van grafrechten tegenover.

9.2 Riolering / ondergrondse infrastructuur
In 2016 is er sprake van hogere lasten riolering als gevolg van extra inhuur en een hogere interne toerekening van apparaatskosten aan dit onderdeel. Als gevolg van de gewijzigde voorschriften mag het resultaat op de jaarlijkse exploitatielasten niet meer verrekend worden met de voorziening rioolbeheer. In 2016 leidt dit tot een overschrijding. In 2015 was nog sprake van een batig verschil van € 89.000.

10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
De overschrijding wordt veroorzaakt doordat als lasten de mutaties van de bouwgrondexploitatie naar de balans worden verantwoord (€ 4.827.000). In feite is hier dus geen sprake van hogere lasten, maar van hogere opbrengsten (meer verkoopopbrengsten dan geraamd) die een mutatie in de boekwaarde van de bouwgrondexploitatie tot gevolg heeft.

10.2 Omgevingsrecht
In het resultaatgebied omgevingsrecht is er sprake van hogere lasten als gevolg van het hoge aantal bouwvergunningen dat getoetst moet worden. Hier staan hogere legesopbrengsten tegenover.

Investeringskredieten

Bedragen in duizenden euro's

Omschrijving

Bedrag

Oorspronkelijke kredieten

7.746

Uitgaven t/m 2015

1.232

Saldo restantkredieten per 1-1-2016

6.513

Uitgaven 2016

958

Saldo restantkredieten per 31-12-2016

5.555

Dit betekent dat er eind 2016 op het gebied van investeringen onderhanden werk is voor een bedrag van ongeveer € 5,5 miljoen.
Uit het overzicht investeringskredieten per 31 december 2016 blijkt dat er in het kader van rechtmatigheid geen sprake is geweest van grote overschrijdingen.

Conclusie
Uit de toelichtingen blijkt dat er geen sprake is van onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen.