Jaarstukken 2016

Inleiding

In deze paragraaf leggen we verantwoording af over het gevoerde financieringsbeleid in 2016. De belangrijkste ontwikkelingen die zich in 2016 hebben voorgedaan worden toegelicht.

Ontwikkelingen financiering

Renteontwikkeling 2016:
In 2016 zijn de renteniveaus onverminderd laag gebleven. De 10-jaarsrente bewoog zich onder de 1%, terwijl de 3-maandsrente gedurende het jaar omstreeks - 0,3% was.

(bron DNB / Thesor)

Gevolgen van de renteontwikkeling 2016 voor onze financieringspositie:
In 2016 is continue sprake geweest van een financieringsoverschot. Overeenkomstig de wet Fido zijn overschotten belegd in 's Rijks-schatkist.
Op overschotten in 's Rijks-schatkist werd per 31 december 2016 geen rentevergoeding ontvangen.

Rentevisie

Het is wettelijk verplicht om een rentevisie te hebben en te publiceren in de financieringsparagraaf.
De externe rentevisie wordt op basis van de actuele korte- en lange renteniveaus door externe deskundige partijen opgesteld. Op dit moment is de verwachting dat de korte rente in 2017 gelijk zal blijven en dat de lange rente licht zal gaan stijgen tot een niveau van tussen 1% en 1,5%.

Beleggingsportefeuille

De beleggingsportefeuille is opgesplitst in 3 delen:

  1. in producten met een lange rentevastperiode (> 1 jaar);
  2. in producten met een korte rentevastperiode (≤ 1 jaar);
  3. en in leningen aan derden in het kader van de publieke taak (deze leningen zijn niet noodzakelijk ter beheersing van de geldstromen, maar voor het realiseren van een specifiek doel). Deze worden niet beschouwd als onderdeel van de beleggingsportefeuille en daarom in dit verband niet  toegelicht.

a1:
Verstrekte leningen met een lange rentevastperiode (> 1 jaar): Het betreft een tweetal leningen aan een woningcorporatie met een boekwaarde per 31 december 2016 van € 7,39 miljoen. Hiervan is circa € 4,14 miljoen geborgd via het WSW (rating AAA). Het rendement op deze geldleningen bedraagt 6,5% per jaar.

a2:

Opgenomen leningen met een lange rentevastperiode (> 1 jaar): Het betreft een tweetal geldleningen in portefeuille met een boekwaarde per
31 december 2016 van € 3,69 miljoen. De rente op deze leningen is gemiddeld 1,9%.

b:

Tijdelijk overtollige financieringsmiddelen met een korte rentevastperiode (≤ 1 jaar):  Per 31 december 2016 was het financieringsoverschot in
's Rijks-schatkist € 13,41 miljoen. Daarnaast bedroeg het saldo op de rekening-courant bij de BNG € 0,4 miljoen. Totaal was het tijdelijk overschot per 31 december € 13,81 miljoen.

Renterisicobeheersing

Renterisico’s zijn beperkt door:

  • te beslissen op basis van een actuele liquiditeitsprognose;
  • het hanteren van een actuele rentevisie;
  • rekening te houden met de bestaande beleggingsportefeuille;
  • te toetsen aan de kasgeldlimiet, ter beheersing van renterisico's op korte schulden;
  • te toetsen aan de renterisiconorm, ter beheersing van renterisico's op lange schulden.

Liquiditeitsprognose

Het saldo tijdelijk overtollige financieringsmiddelen was per 31 december 2016 € 13,81 miljoen. Geraamd was er een saldo tekort aan financieringsmiddelen van € 15,26 miljoen. Hieronder is de ontwikkeling van het saldo tijdelijk overtollige financieringsmiddelen over 2016 weergegeven:

De liquiditeitsprognose die wordt opgesteld op basis van de begroting gaat uit van de veronderstelling dat uitgaven volledig en op tijd worden gedaan. De werkelijkheid wijkt echter altijd aanzienlijk af van de liquiditeitsprognose op basis van de begroting.
Oorzaken hiervoor zijn dat investeringen in met name grondexploitaties niet of later worden gedaan, uitgaven en inkomsten later of niet worden gedaan en/of budgetten worden bijgesteld of beschikbaar komen.

Renterisicobeheersing voor de korte termijn: de kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het bedrag wat een gemeente aan leningen met een kortlopende rente (≤ 1 jaar) mag hebben. Voor 2016 was deze limiet € 6.417.000.
Er hebben zich in 2016 geen financieringstekorten voorgedaan; de kasgeldlimiet is daarom niet overschreden.

Renterisicobeheersing voor de lange termijn: de renterisiconorm

De renterisiconorm is een instrument om de renterisico's op de lange schuld te beheersen. Hieronder wordt de renterisiconorm getoetst aan de werkelijke ontwikkelingen van de lange schuld.

Modelstaat B 2016 (bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

1. Renteherzieningen op lange schuld

0

0

0

0

2. Aflossingen

1.773

1.773

1.773

1.773

3. (1. + 2.) Renterisico (herfinanciering)

1.773

1.773

1.773

1.773

4. Renterisiconorm

15.100

15.100

15.100

15.100

5. Ruimte binnen renterisiconorm

13.327

13.327

13.327

13.327

Decentrale overheden moeten via de financieringsparagraaf rapporteren aan de provincie volgens bovenstaand model. In 2016 is binnen de renterisiconorm gebleven.

Koersrisicobeheersing

Koersrisico’s worden uitgesloten door alleen transacties te verrichten waarbij de oorspronkelijke inleg gegarandeerd is en uitsluitend transacties te verrichten in de valuta Euro (€).

Conclusie:

Er is geen koersrisico gelopen.

Kredietrisicobeheersing

Overtollige financieringsmiddelen zijn belegd in 's Rijks-schatkist. Deze belegging wordt veilig geacht. De kans dat het Rijk niet aan de betalingsverplichtingen voldoet is gering. In 2016 zijn geen verliezen geleden vanwege dit risico.