Jaarstukken 2016

Wat heeft het resultaatgebied gekost ?

Baten, lasten en mutaties reserves

Realisatie 2015Vastgestelde begroting 2016Gewijzigde begroting 2016Realisatie 2016
Lasten9.1038.6609.04110.217
Baten1.0608407671.226
Saldo voor bestemming8.0437.8218.2758.991
Stortingen in de reserves30101.4010
Bijdragen uit de reserves1.2459022.551870
Saldo na bestemming7.0986.9197.1258.121

Welke verschillen zijn er ten opzichte van de gewijzigde begroting 2016 ?

In het resultaatgebied 5.1 Jeugd en Onderwijs zijn de lasten € 1.176.000 hoger.
De belangrijkste verschillen:

  • Er is minder uitgegeven aan voorschoolse voorzieningen, omdat binnen de doelgroep minder gebruik van subsidie is gemaakt vanwege de hoogte van het inkomen van de ouders (€ 121.000 voordelig).
  • Het onderhoud aan de basisscholen is overgedragen aan het schoolbestuur. In 2016 heeft er echter nog een dakrenovatie van schoolgebouwen plaatsgevonden conform de oorspronkelijke meerjarenplanning. De kosten hiervan waren hoger dan begroot (€ 47.000 nadelig). Hier staan ook hogere baten tegenover vanwege een hogere bijdrage van scholen (zie ook de baten).
  • In verband met de (voorgenomen) verkoop van de schoolwoningen aan de Wildheuvel heeft al in 2015 een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden, omdat de opbrengst lager zou zijn dan de boekwaarde. Deze afwaardering was nogmaals in de begroting 2016 verwerkt
    (€ 301.000 voordelig).
  • De verlaging van de kapitaallasten schoolwoningen in verband met de verkoop van de schoolwoningen aan de Wildheuvel is komen te vervallen omdat de verkoop in 2016 nog niet heeft plaatsgevonden (€ 66.000 nadelig).
  • Van een aantal activiteiten binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin is minder gebruik gemaakt dan verwacht of ze zijn opgepakt binnen het Ondersteuningsteam, zodat er geen extra kosten aan verbonden waren. Deze zijn: de eigen kracht conferentie en inzet van GGZ-expertise
    (€ 32.000 voordelig).
  • Vanwege een per saldo lagere inzet van uren/trajecten met betrekking tot jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel is een teruggaaf subsidie over de periode 2012-2015 ontvangen (€ 46.000 voordelig).
  • Met ingang van schooljaar 2014/2015 is de nieuwe verordening leerlingenvervoer ingevoerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat minder gebruik is gemaakt van vervoer op maat. De begroting is hier ten onrechte niet op aangepast (€ 76.000 voordelig).
  • De gemeente is budgethouder voor het regionale project Spoed voor Jeugd (€ 399.000 nadelig). Vanzelfsprekend zijn deze lasten in rekening gebracht bij onze partners in de regio (zie ook de baten).
  • In 2016 zijn afrekeningen ontvangen die betrekking hebben op inkoop van jeugdzorg in 2015 (€ 272.000 nadelig). In de jaarrekening 2015 waren deze kosten niet verantwoord. Voor deze afrekeningen over 2015 wordt voorgesteld deze te onttrekken uit de reserve sociaal domein.
  • Hogere lasten decentralisatie jeugd (€ 966.000 nadelig). Bij het opstellen van de begroting 2016 is uitgegaan van het aantal voorzieningen en bedragen uit voorgaande jaren. Op basis van de werkelijke cijfers van voorgaande jaren is toentertijd een inschatting gemaakt van de kosten per product. Vergelijking met voorgaande jaren is echter niet nauwkeurig gebleken. Door onder andere de privacywetgeving blijken aantallen van 2014 niet altijd nauwkeurig te zijn overgedragen vanuit onder andere zorgkantoren en zorgverzekeraars, terwijl er wel een wettelijke verplichting bestond voor de gemeente ten aanzien van de overgangscliënten. Daarnaast is er sprake van regionale afspraken met zorgaanbieders; bij minder afname van zorg dan aan de voorkant ingeschat (onderbenutting), worden de kosten door de regiogemeenten gezamenlijk gedragen. Dit is onder meer het geval bij jeugdzorg+ en de jeugdbescherming en jeugdreclassering.

In het resultaatgebied 5.1 Jeugd en Onderwijs zijn de baten € 459.000 hoger.

De belangrijkste verschillen:

  • Hogere bijdragen van scholen vanwege vervanging platte daken basisschoolgebouwen (€ 58.000 voordelig). Hier staan ook hogere lasten tegenover (zie ook de lasten).
  • Gemeente Best is budgethouder voor het regionale project Spoed voor Jeugd. Kosten voor dit project worden gedragen door de 21 gemeenten van Zuidoost-Brabant naar rato van het aantal inwoners in de gemeenten. Deze kosten zijn aan de deelnemende gemeenten gefactureerd (€ 399.000 voordelig). Hier staan ook hogere lasten tegenover (zie ook de lasten).